
Nadat haar relatie ten einde is, stopt een vrouw met de anticonceptiepil. Kort daarop krijgt ze buikpijn en blijkt ze een cyste te hebben. Gynaecologen Pauline Ottervanger en Wilma Smit leggen uit wat een cyste is en wat er tegen te doen is.
Anke de Wit is 41 jaar en heeft jaren de pil gebruikt als anticonceptie. Sinds een aantal maanden is zij gestopt omdat ze geen relatie meer heeft. Aanvankelijk werd zij na het stoppen elke maand keurig ongesteld, alleen de laatste twee maanden was er eigenlijk geen peil op te trekken. Verder klaagde zij over wat zeurende buikpijn, “alsof de menstruatie niet door wilde zetten”. De huisarts verwees haar naar de gynaecoloog. De gynaecoloog deed een gynaecologisch onderzoek en nam een chlamydiakweek en een uitstrijkje van de baarmoedermond af. Vervolgens werd er een inwendige echo gemaakt.
Cyste onderzoek
Op de echo was een normale baarmoeder te zien, één normale eierstok en een eierstok met een cyste van 4,8 centimeter doorsnede. De uitslag van de kweek en het uitstrijkje waren goed. De gynaecoloog gaf haar een recept mee voor tabletten die zij een week, drie keer per dag moest slikken. Na het stoppen van de medicijnen zou zij een bloeding krijgen. Er zou na de bloeding weer een controle echo worden gemaakt, om te controleren of de cyste was verdwenen.
Wat is een cyste?
Een cyste is een holte die zich overal in het lichaam kan vormen en waarvan de inhoud vaak bestaat uit vocht. Tijdens de cyclus van een vrouw groeit er een eiblaasje in de eierstok. Midden in de cyclus knapt dit eiblaasje, dit noemen we de eisprong. De eisprong treed op als het eitje ongeveer 2 centimeter in doorsnee is. Soms blijft een eisprong uit en gaat zich verder vocht ophopen, met als gevolg dat het eiblaasje groeit en dan spreken we van een cyste.
Klachten cyste
Een kleine cyste geeft bijna nooit klachten. Zijn ze groter dan 5 centimeter, dan kunnen ze zeurende buikpijn of menstruatiestoornissen geven. Grote cysten kunnen ook “om hun as draaien” en hevige, koliekachtige buikpijn geven.
Behandeling cyste
Cysten die kleiner zijn dan 5 centimeter hoeven niet te worden behandeld en verdwijnen vaak vanzelf weer. Bij klachten wordt nog wel eens een week hormonen voorgeschreven of de pil, om knappen van de cyste te bewerkstelligen. De eierstokken worden dan als het ware “gereset”. Als bij controle blijkt dat de cyste niet is verdwenen en klachten blijft geven, dan kan men overwegen de cyste te verwijderen door middel van een kijkoperatie. Bij jonge vrouwen zal de arts proberen alleen de cyste te verwijderen en de eierstok zo veel mogelijk te laten zitten.
Lees ook: Pijnlijke seks na menopauze? Atrofie is te verhelpen!
Lees ook: Hormoontherapie beter beschikbaar via huisartsen (Dorenda van Dijken deel 3)
Lees ook: Vrouwelijke ongemakken: Pijn bij eierstokken
Lees ook: Is hormoontherapie een goede keuze?
Lees ook: De drie fases van de overgang: premenopauze – menopauze – postmenopauze